zaterdag 29 oktober 2011

Domper tegen Dordrecht: 4-4

De seizoensouverture in de fraai verbouwde Hoeksteen (die helaas ook wel wat rumoeriger is) leverde Rokado gisteren niet meer op dan een puntendeling in de wedstrijd tegen het tweede team van Dordrecht.
Het eindresultaat was het gevolg van een gespiegelde bordscore: de eerste twee borden werden gedecideerd gewonnen, in wisselvallige partijen op de vier volgende borden was remise het resultaat terwijl de twee staartborden verloren gingen.

Onze meest recente versterking Ben Boog, van wie we dit jaar nog wel het nodige verwachten, was op bord vier het eerste klaar. Met wit had hij weinig uit de opening kunnen halen en stond bij het remiseaanbod van zijn tegenstander Ton Slagboom (1902) zelfs iets minder: remise.

Ben speelde een voorzichtige remise tegen Ton Slagboom. Op de voorgrond Jan Willem Versloot in de partij tegen mij.

Op bord vijf kwam Hans, die een tijdelijke rating-dip heeft, met zwart niet verder dan remise tegen een man die de laatste tijd heel wat schaaktoernooien afstruint: Johan van de Griend (1895). Ik heb de partij niet op de voet gevolgd maar ik begreep dat Hans wat kansjes op meer heeft laten liggen.
Rating-zwaargewicht Frank (2175!) zette zijn sterke spel van vorig jaar onvermoeibaar voort tegen Piet Pluymert (1990). Met gepointeerd spel en een prachtige petit-combinaison won hij materiaal en kon de partij vervolgens met nauwkeurig spel uitschuiven.

Marco won zijn witpartij op kenmerkende manier tegen Cor Oliemans (1816): namelijk zonder zijn tegenstander ook maar enige tegenspel te geven.

Marco won van Cor Oliebol Oliemans. Daarachter Frank tegen Piet Pluymert.

Op bord vier mocht ik met remise tegen Jan Willem Versloot (1965) uiteindelijk mijn handen dichtknijpen. Nadat ik eerder een veelbelovend initiatief op de damevleugel had verkwanseld, belandde ik in een dame-eindspel met een reeks pionnen minder. Versloot moest zich daarna gelukkig tevreden stellen met eeuwig schaak toen ik een van mijn laatste pionnen op het punt van promoveren had gebracht.

Theo had inmiddels van Conchita Dwars (1824) verloren. Lange tijd stond zijn zwarte koning weer eens in de branding op d7, maar ik had het idee dat het pas veel later in de partij fout voor hem ging.

Conchita Dwars maakte gehakt van Theo

Tussenstand na zes gespeelde partijen 3.5-2.5 voor Rokado met de partijen van Leo en Peter nog aan de gang. Het verloop en met name het slot van deze partijen was lichtelijk frustrerend te noemen. Allereerst was daar Leo. Na een enerverende partij had hij zojuist de winnende zet gespeeld die hem stukwinst zou opleveren. Hij had nog drie minuten voor de rest van de partij en zijn tegenstander Koppelaar (1852) een paar minuutjes meer.

Remise bij Leo

Het lullige was dat hij zijn winnende zet vergezeld had laten gaan van een remise-aanbod dat zijn tegenstander uiterlijk onbewogen maar inwendig ongetwijfeld juichend accepteerde. Toen Leo meteen vernam dat hiermee onze overwinning nog allesbehalve zeker was gesteld, ging hij mokkend in een hoek van de zaal zitten. Maar alles bleef wel heel. “Het mocht van Hans”- was Leo’s verklaring achteraf. Ik begrijp natuurlijk dat Leo na het debacle in Rokado’s slotwedstrijd van vorig jaar geen risico wilde nemen, maar in het vervolg wordt een wat effectievere onderlinge communicatie zonder meer op prijs gesteld.

Wat? Remise niet voldoende?? Dat meen je niet Hans!!

De partij die nog overbleef was die tussen Peter en Ben Sitton. Lange tijd was er niets aan de hand in stellingen met symmetrische pionnenstructuren waar werkelijk kraak noch smaak aan was. Peter kwam desondanks in de problemen. Zijn enige hoop was de ziedende tijdnood van zijn opponent Sitton (1843) die de laatste minuten zijn hand overdreven paniekerig boven het bord liet zweven om maar geen onnodige tijd te verspillen bij het uitvoeren van zijn zetten.

Peter met Sitton en zijn boven het bord zwevende hand

Ok, de stelling was slecht, maar het enige wat Peter hoefde te doen was zijn tegenstander door zijn vlag te stampen. Ik schatte in dat Sitton nog vijftien seconden overhad (een beetje moeilijk beoordelen op die fantastische analoge klokken van Rokado) maar het lukte Peter niet: met het zweet in onze handen moesten de toeschouwers zien hoe hij verstrikt raakte in een matnet waaruit geen ontsnappen meer was.

Tegen Th1 op de volgende zet valt niet zo gek veel meer te verzinnen

Sitton had ruim voldoende aan de hem resterende tijd om het pleit te beslechten. Eindresultaat 4-4.

Een frustrerend slot en een katerig gevoel na afloop van deze wedstrijd die ons een gelijkspel opleverde dat aanvoelde als een pijnlijke nederlaag. Over twee weken hebben we de gelegenheid om beter voor de dag te komen dan gisteren: we spelen dan in Rotterdam de tweede wedstrijd tegen Shah Mata (volgende week eerst nog wel de bekerwedstrijd tegen 3-Torens dat zich enigszins versterkt schijnt te hebben).

Rick

zondag 16 oktober 2011

Schaakpraktijk

Rokado’s eerste competitie wedstrijd zit er over een paar weken aan te komen, dus het werd tijd voor enige schaakpraktijk na een zo’n half jaar van inactiviteit op dit gebied (op internet natuurlijk wel gespeeld, heel veel, maar dat gooi & smijtwerk nemen we niet serieus).
Gisteren deed ik daarom voor het eerst sinds tijden mee aan het rapidtoernooitje dat gisteren, de zonovergoten 15e oktober, bij mij in de buurt door het sympathieke SV Erasmus georganiseerd werd.
De bezetting gisteren was prima evenals de opkomst – een kleine 60 man, vergelijkbaar met het PK van de RSB van afgelopen augustus dat zolang het in Krimpen gehouden wordt de komende edities niet op veel meer spelers hoeft te rekenen.

De dag begon lekker toen ik in de eerste ronde van het bord gezet werd door Arend Bongers van RSR Ivoren Toren (1768). Het trieste was dat op zijn winst buitengewoon weinig af te dingen was.
Maar daarna kwam ik redelijk op stoom met vijf opeenvolgende punten tegen Weerts, Oliemans, Seeleman (niet onfortuinlijk), Pietrov (voor mij een novum: de eerste keer dat ik van hem won) en het jeugdtalent Joey Brokaar van Ashtapada.

In de laatste ronde werd ik met wit op het eerste bord gekoppeld aan de Armenier Levon Galoyan, een getructe speler die een tijdje terug Hans ook al dwars zat. Hij stond op 6 uit 6 en had al zijn partijen met opvallend gemak gewonnen, met daarbij ondere andere winst op Jos van der Kaap en de wat tegenvallende Leidse FM Ivo Wantola. Door het winnen van de onderlinge partij zou ik me kunnen verzekeren van gedeelde toernooiwinst (zij het dan met ietsje minder weerstandspunten) en een leuk geldprijsje (ik had mijn vriendin al een etentje bij Shabu Shabu in het vooruitzicht gesteld…moet je ook nooit doen.)

Het werd een behoorlijke partij waarbij ik met wit steeds iets beter kom te staan. Dat voordeel kan ik vasthouden met nog redelijk tijd over op de klok. Met paar handige zetten wikkel ik af naar een gewonnen eindspel, waarbij ik de K.O. voor het uitdelen heb. Met allebei nog zo’n drie minuten (van de oorspronkelijke 20 minuten) op de klok kan ik de killermove spelen, waarbij voor Galoyan weinig anders zou resteren dan opgave. Maar in plaats daarvan produceer ik een blunder die direct heel veel verziekt. Mijn Armeense opponent weet er wel raad weet mee, biedt nog remise aan wat ik weiger, en liquideert vervolgens mijn stelling bliksemsnel en feilloos. Ik verlies en sta met lege handen. Ga je toch met een k-gevoel naar huis.

Deze partij heb ik later nog, met enige weerzin, gereconstrueerd. Hier het slot:

Rick - Galoyan

Zwart heeft net 40...a3 gespeeld. Met het niet zo moeilijk te vinden (en er was nog tijd) 41. d7,... is de partij direct uit (41.., Ke7 dan 42. Tc8!). In plaats daarvan produceerde ik het affreuze 41 Lc4?, a2! 42.f4 a1D+ 43.Kh2 Txh3+! 44.Kxh3 Dh1+ 45.Kg3 De1+ 46.Kh2 Dh4+ 47.Kg1 De1+ 48.Lf1 La6 49.d7 Dxf1+ 50.Kh2 Dxf4+ 51.Kg1 Dxc7 en wit geeft op.

Wat is dat is toch? Het lijkt wel een soort hang tot zelfdestructie: wanneer je op het punt staat iets moois te bereiken er zich dan onbewust een kracht in mij manifesteert die er alles aan doet om juist datgene laten mislukken waarnaar je op zoek bent. Vorig jaar in het PK had ik een vergelijkbaar akkefietje tegen Harold van Dijk, de sterke speler van Krimpen.

Enfin, je kunt ook gewoon zeggen dat Galoyan (en vorig jaar van Dijk) op het moment supreme koelbloediger en beter was. Op zijn ongedeelde toernooiwinst was verder niets af te dingen.

Een verslag van het dit prima georganiseerde toernooi met alle uitslagen en standen is hier terug te vinden.

Galoyan ontvangt de envelop voor de eerste plaats van Jaap van Meerkerk

De tweede ronde in gang, overzicht van de speelzaal in bejaardentehuis Arcadia


Het was buitengewoon amusant te zien hoe Wim Lagendijk (1538) die zojuist volstrekt kansloos had verloren Jos van der Kaap (2198) na afloop van hun partij onnadrukkelijk de les begon te lezen. Ach, wat zijn 660 ratingpunten waard?

Rick